Sinds 15 december 1999 rijdt de bromfiets op de rijbaan. Door deze
regel is het aantal ongevallen waar een bromfiets bij is betrokken,
sterk afgenomen.
Voor de duidelijkheid nog even het verschil tussen een bromfiets en een snorfiets:
Een
bromfiets heeft een geel plaatje of een gele sticker op het
voorspatbord. Bij een snorfiets is het plaatje of de sticker oranje.
Een bromfietser moet een helm dragen. Voor snorfietsers geldt die verplichting niet.
De regels zijn:
- Snorfietsers volgen in beginsel de regels voor fietsers, tenzij anders bepaald.
- Snorfietsers
mogen niet, zoals fietsers, met z'n tweeën naast elkaar rijden. Een
snorfietser en een fietser naast elkaar mag dus ook niet.
- De maximumsnelheid voor snorfietsers is 25 kilometer per uur.
- Snorfietsers mogen een onverplicht fietspad alleen gebruiken met uitgeschakelde motor.
- Bromfietsers
moeten het verplichte fiets-/bromfietspad vol-gen. De bromfietser hoort
dus niet overal binnen de bebouwde kom op de rijbaan thuis.
- Ook fietsers en snorfietsers moeten het verplichte fiets-/bromfietspad volgen.
- De bromfietser mag niet meer het verplichte fietspad volgen.
- De
bromfietser mag ook niet een fietsstrook met doorgetrokken streep
berijden. De snorfietser wel, want die moet de regels voor fietsers
volgen.
- De snorfietser moet de fietsstrook met onderbroken streep volgen. Deze is in beginsel niet toegankelijk voor bromfietsen.
- De
bromfietser mag de fietsstrook met onderbroken streep wél gebruiken als
hij een auto wil inhalen die voor hem op de rijbaan stilstaat om
linksaf te slaan. Het (tijdelijk) volgen van de fietsstrook met
onderbroken streep mag ook als de bromfietser wil voorsorteren om
rechtsaf te slaan. Hij mag hierbij het verkeer op de fietsstrook echter
niet hinderen.
- Bovenstaande manoeuvres zijn niet toegestaan voor de bromfiets als het gaat om een fietsstrook met een doorgetrokken streep.
- De
bromfietser moet links inhalen. Rechts inhalen mag alleen als de
bromfietser een auto wil inhalen die zojuist links heeft voorgesorteerd
om linksaf te slaan.
- Zowel de bromfietser als de snorfietser moeten bij dag -als het zicht ernstig wordt belemmerd- en bij nacht dimlicht voeren.
- Zowel
het verkeersplein als de mini-rotonde worden voortaan aangeduid als
rotonde. De verkeersregels voor rotondes blijven bestaan.
- De bromfietser hoeft vlak voor of op de rotonde niet aan de uiterste rechterzijde van de rijbaan te rijden.
- Als
in een verkeerslicht een fietssymbool is geprojecteerd, dan geldt dit
niet alleen voor bromfietsers en snorfietsers, maar ook -voor
bromfietsers die het verplichte fiets-/bromfietspad volgen.
- Als
er onder een verkeerslicht een onderbord hangt met de tekst: 'rechtsaf
voor (brom)fietsers vrij', dan geldt het gele en rode licht ook niet
voor bromfietsers die rechtsaf willen slaan.
- Als onder een
verkeerslicht een onderbord hangt met de tekst: 'rechtsaf voor fietsers
vrij', dan mogen alleen fietsers en snorfietsers rechtsaf als het
verkeerslicht op rood of geel staat.
- Als het gaat om de
stopstreep voor verkeerslichten, dan moet de snorfietser zich opstellen
op de plek die voor fietsers is bestemd. De bromfietser stelt zich op
voor de stopstreep in de rijstrook.
- De nieuwe tekst van
artikel 78 van het RVV is als volgt: 'Bestuurders van een motorvoertuig
en bromfietsers die de rijbaan volgen, zijn verplicht op een kruispunt
de richting te volgen die de voorsorteerstrook waarop zij zich
bevinden, aangeeft'.
Als een bromfietser rechtsaf wil, dan moet hij
zich dus opstellen in het voorsorteervak op de rijbaan en niet op de
ernaast gelegen fietsstrook.
Als de bromfietser linksaf wil, wordt
het lastiger, want de bromfietser die moet voorsorteren op de
voorsorteerstrook voor linksaf moet soms meerdere rijstroken oversteken
om daar te komen. - De betekenis van het ronde bord met de rode
rand en de zwarte bromfiets in het midden wordt: 'Gesloten voor
bromfietsen, snorfietsen en invalidenvoertuigen, met in werking zijnde
motor.'
Deze wegen zijn dus bijvoorbeeld wél toegankelijk voor snorfietsen met uitgeschakelde motor. - Bestuurders
van bromfietsen moeten een teken geven met de richtingaanwijzer of de
arm bij het wegrijden, het inhalen, het oprijden van de doorgaande
rijbaan, het van rijstrook wisselen en bij andere belangrijke
zijdelingse verplaatsingen.
Bron: CBR
Meer artikelen over het bromfietscertificaat